'Falling in love again'
Na zijn Titanic-avontuur - de historische reconstructie van de muziek die gespeeld werd aan boord van de Titanic door het legendarische scheepsorkest - raakte Grupetto in de ban van een andere muziek-historische legende, genaamd Marlene Dietrich. Ditmaal in een nog meer gevarieerde instrumentale bezetting.
Aan de hand van cabaret- en filmsongs uit Dietrichs eigen repertoire en populaire hits uit de verschillende perioden van haar leven volgt Grupetto het begin en de evolutie van de lange carrière van dé ster van de voorbije eeuw. Het repertoire, bij leven gezongen door Marlene Dietrich, opnieuw gebracht in eigen arrangementen. Op deze manier verklankt Grupetto de legende die Dietrich zelf heeft gecreëerd.
Een deel van de songs die uitsluitend in pianoreductie te vinden waren werden noodgedwongen gearrangeerd voor onze ensemblebezetting, dit met respect voor de stijl en de geest van het origineel.
Het merendeel van de songs is sedert meer dan een halve eeuw niet heruitgegeven en werd na Dietrich zelden nog uitgevoerd of opgenomen. Ze leefden nog voort in oude opnamen en in de herinnering van hen die Dietrich nog live konden meemaken. Voor deze productie doet Grupetto beroep op Hannelore Muyllaert (zang, voordracht), zie onderaan deze pagina.
duur: ca 75 minuten
Programma en luisterfragmenten
Wenn die Elisabeth nicht so schöne Beine hätt - R. Katscher, H. Gardens
Jalousie - J. Gade (*)
You're the cream in my coffee - De Sylva, Brown, Henderson (*)
Nach meine Beene ist ja ganz Berlin verrückt - W. Kallo (*)
Ich bin von Kopf bis Fuss - F. Hollaender (°)
Ich bin die fesche Lola - F. Hollaender (°)
Spatzenkonzert - Boerschel, Burkhardt, Stolzenwald
Nimm dich in acht vor blonden Frau'n - F. Hollaender (°)
Kinder, spielt mir doch eine weiche Tangoplatte - F. Hollaender (*)
Quand l'amour meurt - Crémieux, Robin, Millandy
Charleston, Charleston - V. Ellis, J.H. Wood
Wenn ich mir was wünschen dürfte - F. Hollaender (°)
Jonny - F. Hollaender
Stormy weather - H. Arlen (°)
Puttin' on the Ritz - I. Berlin (°)
Pagan love song - N. H. Brown (°)
Lilli Marlene - H. Leip, N. Schultze (°)
The boys in the backroom - F. Hollaender (°)
Leben ohne Liebe kannst du nicht - M. Spoliansky
(°) arrangement Valentijn Biesemans
(*) arrangement Jo Vercruysse
Marlene Dietrich
Marlene Dietrich begon haar loopbaan als jonge revue-artieste in het Berlijn van de twintiger jaren van de inmiddels vorige eeuw. In 1927 leerde ze het muziekinstrument kennen dat haar gedurende haar verdere loopbaan zou vergezellen: de zingende zaag.
Haar echte doorbraak kwam echter pas in 1930 met een van Europa's eerste geluidsfilms: "Der Blaue Engel". De filmsongs hierin zijn van de hand van pianist-componist Friedrich Hollaender, een veelzijdig musicus die voortaan de meeste van zijn filmsongs speciaal voor haar zou schrijven. In de film speelt ze de haar op lijf geschreven rol van femme fatale, een rol die zij ook in het dagelijks leven bleek te vervullen.
Reeds in haar eerste films en optredens valt ze op door haar fatale sensualiteit en haar typische schijnbaar ongeïnteresseerde doch veelzeggende manier van "non-acteren". Rond 1930 was de bloeitijd van het Berlijnse cabaret voorbij en na de machtsovername door de nazi's besloot Dietrich zich in de Verenigde Staten te vestigen nadat ze in 1930 reeds de overtocht gemaakt had voor de Amerikaanse première van "Der Blaue Engel", met in haar kielzog een grote stroom Duitse intellectuelen, waaronder Hollaender (werd Hollander), Spoliansky en talloze andere componisten, tekstdichters en kunstenaars.
Marlene Dietrich begon haar loopbaan als jonge revue-artieste in het Berlijn van de twintiger jaren van de inmiddels vorige eeuw. In 1927 leerde ze het muziekinstrument kennen dat haar gedurende haar verdere loopbaan zou vergezellen: de zingende zaag.
Haar echte doorbraak kwam echter pas in 1930 met een van Europa's eerste geluidsfilms: "Der Blaue Engel". De filmsongs hierin zijn van de hand van pianist-componist Friedrich Hollaender, een veelzijdig musicus die voortaan de meeste van zijn filmsongs speciaal voor haar zou schrijven. In de film speelt ze de haar op lijf geschreven rol van femme fatale, een rol die zij ook in het dagelijks leven bleek te vervullen.
Reeds in haar eerste films en optredens valt ze op door haar fatale sensualiteit en haar typische schijnbaar ongeïnteresseerde doch veelzeggende manier van "non-acteren". Rond 1930 was de bloeitijd van het Berlijnse cabaret voorbij en na de machtsovername door de nazi's besloot Dietrich zich in de Verenigde Staten te vestigen nadat ze in 1930 reeds de overtocht gemaakt had voor de Amerikaanse première van "Der Blaue Engel", met in haar kielzog een grote stroom Duitse intellectuelen, waaronder Hollaender (werd Hollander), Spoliansky en talloze andere componisten, tekstdichters en kunstenaars.
Verscheidene keren door hen benaderd weigerde Dietrich pertinent zich te laten gebruiken als uithangbord voor de nazi-ideologie. Toen zij enige tijd later officieel het Amerikaanse staatsburgerschap aanvroeg, werd ze dan ook in de Duitse pers als volksverraadster betiteld.
"Het Duitsland dat ik heb gekend bestaat niet meer!" verklaarde ze toen ze als mascotte van de geallieerde legers mee oprukte en haar verwoeste moederland aanschouwde. Na de oorlog vanaf 1953 reisde ze nog twintig jaar lang de wereld rond met haar "One Woman-Show". In die jaren leerde ze de componist Harold Arlen kennen. De laatste jaren van haar leven trekt ze zich terug uit de openbaarheid in haar herinneringen en sterft op 6 mei 1992 vereenzaamd in haar appartement in Parijs op bijna 92-jarige leeftijd.
Hannelore Muyllaert
Hannelore Muyllaert studeerde zang bij Beatrijs De Vos en Loh-Siew Tuan aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel. Zij volgde tientallen workshops en meestercursussen in binnen -en buitenland (o.a. bij Vera Rosza, Sarah Walker, Richard Miller, ... ). Ze kreeg ook speltraining- en improvisatiecursussen van Vincent van den Elshout.
Zij vertolkte in 1998 de rol van Belinda (uit "Dido enAeneas" van Purcell) in een productie van het Pojedu-koor en zong, twee jaar later, mee in een productie (van dezelfde opera) van de opera-studio van de Munt.
In juni 2001 bracht zij "De Zeven Doodzonden" van Kurt Weill, geregisseerd door Ronny Lauwers en werd zij gekozen voor de hoofdrol, Marlene Dietrich, in de muziektheater-productie "Falling in love again" van het Grupetto-ensemble. In september 2002 werd de CD “Falling in love again” uitgebracht.
Zij zong de rol van verkoopster in de opera “Der Silbersee”van Kurt Weill. Deze opera werd in 2003 uitgevoerd in de stadsschouwburg in Brugge, in de Vlaamse Opera in Gent en met het Vlaams Radio Orkest (concertante versie) in de Bijloke in Gent.
Hannelore Muyllaert
Hannelore Muyllaert studeerde zang bij Beatrijs De Vos en Loh-Siew Tuan aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel. Zij volgde tientallen workshops en meestercursussen in binnen -en buitenland (o.a. bij Vera Rosza, Sarah Walker, Richard Miller, ... ). Ze kreeg ook speltraining- en improvisatiecursussen van Vincent van den Elshout.
Zij vertolkte in 1998 de rol van Belinda (uit "Dido enAeneas" van Purcell) in een productie van het Pojedu-koor en zong, twee jaar later, mee in een productie (van dezelfde opera) van de opera-studio van de Munt.
In juni 2001 bracht zij "De Zeven Doodzonden" van Kurt Weill, geregisseerd door Ronny Lauwers en werd zij gekozen voor de hoofdrol, Marlene Dietrich, in de muziektheater-productie "Falling in love again" van het Grupetto-ensemble. In september 2002 werd de CD “Falling in love again” uitgebracht.
Zij zong de rol van verkoopster in de opera “Der Silbersee”van Kurt Weill. Deze opera werd in 2003 uitgevoerd in de stadsschouwburg in Brugge, in de Vlaamse Opera in Gent en met het Vlaams Radio Orkest (concertante versie) in de Bijloke in Gent.